Wij wonen ontzettend mooi aan een natuurgebied. We hebben een landje van 2,5 hectare. Ik ben heel graag buiten en vertroetel mijn landje dan. Ik heb het idee dat ik dit stukje aarde kan helen en tot bloei kan laten komen. Dat dat in de praktijk best veel moeite kost, neem ik voor lief.
Zodra ik een zaailing van een boom of struik vind, plant ik hem ergens waar hij tot wasdom kan komen. Ik struin ook rustig andere natuurgebieden af op zoek naar planten die zich bij mij ook fijn zouden voelen. Ik snaai ook overal bloemenzaden vandaan en die strooi ik uit op de molshopen. Ik zie mijn landje steeds diverser worden. Bij elk nieuw plantje dat ik tegenkom, maak ik een sprongetje van blijdschap.
Ons landje wordt beheerd door de schapen, kippen, konijnen en straks ook eenden. Soms moet ik even helpen met de elektrische bosmaaier of zitmaaier. En de grote stukken waar nog te veel stikstof inzit worden gehooid.
’s Nachts gaan de dieren in hun hokken en stallen, zodat ze niet door roofdieren opgegeten worden. De mest die ze daar achterlaten, gaat naar mijn moestuin.
Het is een ‘no dig’ moestuin die in opbouw is. Elke keer komt er een nieuw laagje verteerde paardenmest of potstalmest over een de bedden heen. Zo ontstaat er een cyclus op het landje. Dit zorgt ervoor dat stallen uitmesten nooit een rottaak is. Ik ervaar het als het oogsten van voeding voor de moestuin.
Bij al deze heerlijke dingen lopen mijn hondjes altijd lekker rondom me heen. Waar ik ben, daar zijn zij. Zij hebben enorm veel vrijheid om te rennen, spelen, snuffelen en in het zonnetje te liggen. Wat ben ik blij dat ik zo mag leven en er zo enorm van kan genieten!